zondag 31 mei 2020

26. De ping van 'Haag 5' in 1943 & 1944


De ledenadministratie van Haag 5 (een schoolafdeling van het Stokrooslyceum/Grotiuslyceum) in 1944 met 44 leden (26.1). Achter de kolom J/M staat in welke klas iedereen zat en de 'g' staat voor het gymnasium.
Tot nu toe heb ik geprobeerd het persoonlijke en het geschiedkundige in mijn blogs niet teveel met elkaar te vermengen, maar deze week kan ik er niet omheen. Met een huidige NJN’er als Jan-Freerk Kloen trek ik wel op, zijn zus kende ik al wat langer. Maar ook met zijn ouders trok ik in mijn eigen NJN tijd veertig jaar geleden wel op. Mijn vriend Hilair Balsters heeft helemaal niets met de NJN en alhoewel hij er soms van baalt dat ik er zoveel tijd insteek, was het wel een ouwe sok (namelijk Hugo van Win, blog 23) die mij een kleine dertig jaar geleden op een homoweekend van het Humanistisch Verbond op hem wees en die tegen mij zei ‘die jongen daar komt ook uit Utrecht’ en ik dacht ‘bemoei je met je eigen zaken’. Dat weekend bloeide er wat op tussen Hilair en mij en wij zijn nog steeds heel gelukkig samen. En Hugo was vijftig jaar daarvoor weer goed bevriend met Fred Hoekzema. Diens eigen NJN-archief heb ik gekregen van zijn zoon Hans Hoekzema, met wie ik sinds mijn NJN tijd in Eindhoven weer goed bevriend ben en wiens zus ook bij de NJN zat en die ik ook goed ken. Zo kan ik terug in de tijd kijken zelfs tot het begin van de NJN: ook Maus Lieftinck een van de NJN’ers van het aller-allereerste uur uit 1920 kende ik persoonlijk vanwege onze gemeenschappelijke passie voor libellen. En zo ben ik ook weer goed bevriend met KD Dijkstra en Vincent Kalkman, twee ouwe sokken en zeer belangrijke spelers op het huidige libellen-wereldtoneel. En ga zo maar door. Mijn leven en het leven van de NJN zijn aardig met elkaar vervlochten.

Zo is er afgelopen week iets gebeurd met de vroegere ping van afdeling Haag 5 in zowel 1943 als in 1944. Een klein radertje uit het verleden, die een minimale bijdrage heeft geleverd aan een klein onderdeeltje van de NJN. Zonder zijn lidmaatschap zou de NJN slechts één lid minder hebben gehad en had er een andere NJN’er of NJN’ster in afdeling Haag 5 in die jaren het geld beheerd en de leden geadministreerd. Hij was enthousiast lid: net als mijn zus Jeannette waren ook zijn zus Greet en zijn broer Eelco heel kort lid van de NJN. Hij was enthousiast, ik was enthousiast, echter deze directe familieleden waren minder gecharmeerd van de NJN. Het mag misschien duidelijk zijn dat dit laatste ging over mijn al overleden oom Eelco en mijn tante Greet. En die ping was dan mijn vader Jan Wasscher, enthousiast lid van 1942 tot 1947. Zonder hem was het hoogstwaarschijnlijk niet tot mijn zus en mij doorgedrongen dat er zoiets als de NJN was. Mijn zus vertelde ergens in 1972 tijdens het avondeten over een klasgenoot Niek (de jongste zoon van Ben uit blog 23) die waarschijnlijk bij Nederlands een praatje over een natuurclubje hield waar hij bij zat. Toen Jeannette dat zo vertelde zei mijn vader ‘oh de NJN, daar zat ik vroeger ook bij’. Waarna mijn zus en ik toen eerst proeflid van de NJN Eindhoven werden en daarna lid. Dat Niek toen later op een van de nummers van de Fragilaria, ons afdelingsblad, een berichtje schreef aan mijn zus (zie onder) wat achteraf nogal lachwekkend mag klinken. Kortom mijn leven en dat van de NJN zijn nogal met elkaar verweven.

Om een lang verhaal kort te maken: mijn zus is al veel te lang geleden in 1998 overleden en mijn vader is in mijn bijzijn afgelopen dinsdag 26 mei op 91-jarige leeftijd overleden. Hij is dan ruim twee keer zo oud geworden als zijn dochter. Toen ik zo'n 2,5 jaar geleden besloot om me vanwege het 100 jarig bestaan eens flink in de geschiedenis van de NJN te gaan verdiepen, ging ik enerzijds naar Marga Coesèl om eens met haar te praten over haar ervaring over haar graafwerk ooit en anderzijds ging ik naar mijn vader om eens met hem te praten over zijn NJN-tijd. Sommige ouwe sokken waren na de publicaties van Marga’s twee boeken in 1988 en 1997 een beetje boos geweest zei ze: wat ze had opgeschreven was niet de geschiedenis van de NJN geweest die zij zich herinnerden. Natuurlijk niet: het waren de kaders waarbinnen de NJN’ers/sters allemaal op excursie waren gegaan, hun avonturen hadden beleefd, hun glorieuze momenten hadden gehad en hun frustraties. En zo werd ook mijn vader een beetje boos op mij: hij was niet zomaar een ‘eendagsvlieg-NJN’er’ geweest (wat ik zeer lang had gedacht) nee, hij was een hartstochtelijk NJN’er geweest. En ook al was dat maar tot op 18 jarige leeftijd geweest, hij zou daardoor z’n hele leven een hartstochtelijk vogelaar blijven. Tot twee dagen voor zijn dood zou hij met zijn kijker naar de koolmezen en de eekhoorns etend en dartelend in hun tuin kijken. Zo hoorde ik later van iemand: ‘het gebeurd wel vaker dat iemand vlak voor hun dood een opleving krijgt’. Het was een prachtige dag geweest (waar ik overigens niet bij was). En zo overleed hij twee dagen later: de enige man die mij mijn hele leven tot nu toe heeft gekend, de enige man zonder wie ik zelf nooit zoveel reisjes en reizen in Nederland en in onbekende oorden had gemaakt. De enige man zonder wie mijn leven niet zo verweven was geweest met de NJN.
 

Opmerkingen
26.1 Frans Beekman mailde me: 'Op de lijst van Haag 5 zie ik twee namen die ik vaag ken: Herman Leuvenink en Eddy Verbrugge. Ik was namelijk ook lid van Haag 5 (1954-1963). Dat was toen al geen schoolafdeling meer. Ik zat op het Johan de Witt lyceum in Scheveningen (waar voor de oorlog ook Pelk op zat). Herman Leuvenink ('Keuvel') ontmoette ik op een vorige reünie nog. Hij was in D 6 wel een bekende figuur, daarbuiten niet'.

Jan links, zijn zus Greet naast hem en rechts zijn broer Eelco. Alleen zijn broer Douwe had Jan niet voor de NJN kunnen strikken. Foto uit 1948: net na zijn NJN-tijd bij Haag 5.
 
 

In januari 2018 ging Jan Wasscher graven in het doosje met zijn NJN herinneringen vermengd met voedselbonnen en krantenknipsels.
Ondanks dat de VWC (de Vogel Werk Commissie(?)) op het congres van 1942 was opgeheven, was mijn vader namens de NJN toch nog lid van de Vogelbescherming (zie de Congresnotulen van 1942).

Bericht van Niek Lopes Cardozo aan mijn zus op een Fragilaria van mei 1973: die 'vervelende eenzijdigheid van je jongste broertje' dat slaat op het feit dat ik toen nog uitsluitend naar vogels keek (maar dat zou niet lang daarna gaan veranderen).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

37. So Long, Farewell, Auf Wiedersehen, Goodbye

Foto 1: Kort verslag over de eerste excursie naar de Baest bij Oirschot die ik als proef lid meemaakte op 29 oktober 1972 in de Fragilaria e...