zondag 17 mei 2020

24. Reina Prinsen Geerligs: NJN'ster en verzetsheldin

Reina Prinsen Geerligs op Havelte II in juli 1942, zittend op de hoek van het convo zeil geanimeerd pratend met de twee meisjes met staartjes die naast haar zaten. (24.1). '... kinderen waren we eigenlijk nog ...' (24.2).
Wie was Reina Prinsen Geerligs en wat deed zij: voor de NJN en voor het verzet? Reina woonde in Amsterdam en ging daar naar het Barlaeus Gymnasium. Zij was geboren in 1922 en ze was 17 op het moment van de bezetting door de Duitsers en ze zat daar toen in de vierde klas. Ze had meerdere bewonderaars. Haar klasgenoot en mede-NJN’er Willem Frederik (toen 'Wim’) Hermans schreef bijvoorbeeld over haar: 'haar huid was opvallend blank en haar ogen waren lichtblauw, schuchter en lief’. Ook schreef hij over haar witte sokken met lakschoenen, haar witte koltruien en haar geplisseerde rokken van zware Schots-geruite stof (24.3). Dit staat toch wel in contrast met de slobbertrui en klompen waarmee ze hierboven bij de NJN gekleed op de foto staat, alhoewel ze daar (als je goed kijkt) inderdaad wel zo'n geruite rok aan heeft!

Ze zou wel eenmaal zoenen met Wim maar uiteindelijk zou ze met een andere NJN’er en klasgenoot een relatie krijgen: Guido van Suchtelen, die vanaf de vierde met haar in de klas zat en ze zouden uiteindelijk samen eindexamen doen in klas 6C (24.4). Guido was een best fanatieke vogelaar en zou meerdere jaren in het hoofdbestuur van de NJN zitten: in 1942 was hij kampsec. en in 1943 sec. (24.5). Als sec. had hij in 1942 drie officiële assistenten: Iedje Rosberger, Rita Belterman en ook Reina (24.6). Ze woonden niet direct bij elkaar om de hoek: Reina op de Koninginneweg 121 en Guido op Admiraal de Ruiterweg 547 en er zijn geen foto’s van hen samen. Maar Piet Mulder (redac. in het hoofdbestuur van 1942 en ook uit Amsterdam afkomstig) maakte wel een aantal foto’s op het zoka Havelte II in 1942 waar zij opstaat (24.1).

Op school was het allemaal begonnen met kleinschalig verzet. Een aantal leerlingen hadden van muntjes met Wilhelmina erop speldjes gemaakt, die ze op hun revers droegen. In november 1941 moesten vijf Joodse leraren op last van de bezetter de school verlaten. Een korte leerlingenstaking was de reactie hierop. Toen bij een knokpartij op 11 februari 1941 in Amsterdam tussen Joden en WA'ers de NSB’er Hendrik Koot gewond raakte (en deze enkele dagen later overleed), werden door Duitsers 300 Joodse jongens opgepakt. Deze zouden in Mauthausen terechtkomen en daar allen vermoord worden (24.7). Leerlingen van het Vossius gymnasium gingen daarop in de morgen van 25 februari in staking (‘de februari-staking’ zou 25 en 26 februari in heel Amsterdam komen, de eerste staking tegen de Duitse bezetter in heel Europa). Ook Reina had daarvan gehoord en zij zou die ochtend voor het Barlaeus staan roepen tot haar medeleerlingen om ook te gaan staken. In de pauze zou zij samen met Bram Kuiper (die na een mislukte oversteek naar Engeland al in de zomer van 1940 de verzetsgroep CS-6 mede zou opzetten) oproepen tot een schoolstaking (24.8).

Guido en Reina hadden verschillende opvattingen over het verzet. Reina ging daarin veel verder (24.9). Haar verzetsactiviteiten waren uiteindelijk volgens haar moeder dat zij onderduikers verzorgde en verborg, joodse kinderen vervoerde naar onderduikadressen, papieren vervalste, illegale lectuur rondbracht, en dat ze wapens vervoerde en op de uitkijk stond bij aanslagen. Op 2 juli 1943 namen Guido en Reina afscheid op het station van Amsterdam. Hij vertrok naar een sjockamp bij de Logt bij Oisterwijk (24.10), en zij vertrok met Louis Boissevain, die net als zij lid was van verzetsgroep CS-6, naar Enschede. 's Avonds bij het huis aangekomen van de te liquideren politieman Pieter Kaaij belden Reina en Louis aan en hij ging gewapend naar binnen. Toen hij de man met een kind op schoot op een stoel zag zitten, besloot hij niet te schieten, maar hij zou zeggen dat hij zich vergist had en dat hij iemand anders met die naam zocht. De volgende dag werd Pieter Kaaij alsnog op straat geliquideerd, maar dan door een lokale verzetsgroep.

Guido kende wel een paar van haar mede CS-6 verzetsstrijders. Guido was het die Sape Kuiper in juli 1943 zijn fiets uitleende toen Sape ging proberen de zeer gehate politieman Henk Blonk te liquideren (die toen al vele tientallen Joodse Amsterdammers had opgepakt). De aanslag mislukte niet alleen, maar de vrouw van Blonk had Sape gezien. Sape had er krijtwit uitgezien toen hij de fiets bij Guido terugbracht en hij was zo zenuwachtig dat hij Guido gevraagd had hem naar huis te begeleiden, wat hij met de tram deed. Toen Sape later opgepakt en verhoord werd, was hij doorgeslagen en heeft hij de namen van veel van de medewerkers van CS-6 genoemd. Sape zou in de duinen bij Overveen op 1 oktober 1943 met 18 van zijn medeverzetshelden gefusilleerd worden (24.11).

De naam van Reina zou niet door Sape genoemd worden, maar toen ze op een dag bij haar woonhuis om de hoek bij het huis van Ernst Klijzing (student medicijnen, CS-6 lid en bommenmaker) op de Cornelis Krusemanstraat 79-1 aankwam (een adres dat wel door Sape genoemd was) bleek dat een foute boel. Ze belde aan en toen ze het wachtwoord ‘oehoeh’ riep kreeg ze geen antwoord, maar het was al te laat. Een Duitser met een geweer riep ‘Hände hoch’ en onderin haar groentemand werd een pistool aangetroffen. Boven fluisterde een daar ook opgepakte jongen haar toe ‘we zijn verraden, ontken alles’ (zie echter ook 24.12). Maar dat zou ze niet doen. Op het politiekantoor aan de Amstelveense weg zou ze de moordaanslag op Pieter Kaaij in Enschede toegeven (die ze niet gepleegd had) wetend dat alles verloren was. Daarmee heeft ze een jacht op de daadwerkelijke daders voorkomen. Ze zou zich tijdens haar detentie heldhaftig en troostend naar haar medegevangenen gedragen. Ze zou in de muur van haar cel kerven ‘Recht al barste de wereld’, haar devies en ex-libris, dat ze van een middeleeuwse paus had overgenomen. Merkwaardigerwijs werd ze niet naar Vught gebracht of bij Overveen in de duinen gefusilleerd, maar ze werd op een trein naar het oosten gezet. Zo kwam ze (21-jaar oud) op 24 november 1943 in Oraniënburg bij Sachsenhausen samen met de 46-jarige verzetsstrijdster Nel Hissink en het 22-jarige mede CS-6 lid Truus van Lier aan. Hier werden ze toen ze daar ‘s ochtends aankwamen gelijk naar het executieterrein gebracht en daar werden ze, terwijl ze zongen, gefusilleerd.

Pas meer dan een jaar na het einde van de oorlog zouden haar ouders horen over haar dood en dat gold ook voor Guido (vlak na haar aanhouding was hij maandenlang tot niets in staat geweest, hij was volledig apathisch) . Haar vader had wel via briefjes in wasmanden met Reina geschreven toen ze aan de Amstelveense weg opgesloten zat, maar daarna was er een stilte gekomen, een hele lange jarenlange stilte.

Ooit, in september 1940, toen ze nog op het Barlaeus zat, had Reina meegedaan aan een schrijverswedstrijd en die had ze toen gewonnen. Het zou deze liefde voor de literatuur zijn waardoor haar ouders besloten het geld dat ze voor Reina’s studie Nederlands opzij hadden gezet, in te zetten als prijs voor beste Nederlandstalige jonge letterkundige van 20-25 jaar oud. Van 1947 tot 1979 zou die prijs worden uitgereikt (24.13). Kortom ze zou zoenen met Willem Frederik Hermans, maar ook de andere twee van ‘de grote drie’ van de Nederlandse literatuur zouden aan haar naam verbonden blijven. Gerard Reve (toen nog Simon van het Reve) kreeg als allereerste de prijs voor 'De Avonden' uitgereikt op 24 november 1947, precies vier jaar naar haar dood en in 1951 zou Harry Mulish de prijs krijgen. Ook het werk van de CS-6 verzetsgroep zou nog jarenlang een beetje nagalmen in Nederland namelijk in het meesterwerk van Willem Frederik Hermans uit 1958 ‘De donkere kamer van Damokles’. Daarin zou de CS-6 verzetsgroep genoemd worden als ‘groep Labare’ (24.14). Verder zou CS-6 lid Jan Verleun, met wie 'Wim', Reina en Guido allen op school zaten, model staan voor Dorbeck (als onverschrokken stoere verzetsman) en de in de CS-6 binnengedrongen verzetsverrader Anton van Waals stond model voor Osewoudt. Deze twee laatste mannen probeerden achteraf hun onschuld aan te tonen (waarbij Osewoudt zeker geen landverrader was en Anton van Waals juist wel) maar beiden zouden wel vlak na de oorlog met kogels doorzeefd worden (24.15).

Reina zou geen rol krijgen in het boek wat misschien ook maar goed is, want erin regeert de chaos. Zo kunnen we haar dan puur blijven herinneren: als een onverschrokken idealiste, vermoord vanwege haar strijd voor een mooier, hoogstaander en rechtvaardig Nederland.

Opmerkingen
24.1 Foto's uit het fotoalbum van Piet Mulder aan mij toegestuurd door zijn zoon Reinjan Mulder (veel dank!), waar ook bij stond waar Reina op de foto te zien was.
24.2 Uit de brief die Guido van Suchtelen in 1998 aan Piet Mulder stuurde (zie foto onder)
24.3 Een belangrijk deel van de achtergrond over Reina komt uit het boek geschreven door Rob van Olm uit 2000 'Recht al barste de wereld: Reina Prinsen Geerligs en de ondergang van de verzetsgroep CS-6'. Uitgeverij Conserve. Grotendeels te lezen op https://books.google.nl/books?id=z_o4DwAAQBAJ&printsec=frontcover&hl=nl#v=onepage&q&f=false
24.4 Te lezen in een boek over de Joodse leerlingen en docenten op het Barlaeus in de oorlogsjaren: 'Niet voor de school. Niet voor het leven.' https://www.yumpu.com/nl/document/read/20445928/niet-voor-de-school-niet-voor-het-leven-barlaeus-gymnasium bladzijde  38
24.5 Hij nam in 1943 ook rond de zomer de taken van zijn jongere broer Nico als kampsec. over.
24.6 Ze waren sec. assistenten voor respectievelijk de leden-adm., het stencilwerk en de 'H.B.port' (dat laatste mogelijk iets als versturen van HB post?). Archief van Fred Hoekzema.
24.7 Later zouden op 1 juni 1941 nog meer dan 250 Joodse 'gijzelaars', jonge mannen, worden opgepakt in de Amsterdamse Jodenbuurt, waaronder twee Joodse NJN’ers Martin van Rooijen en Guus Monnickendam. Zie blog 21.
24.8. zie 24.4, bladzijde 39.
24.9 Zie https://www.dbnl.org/tekst/_jaa004200601_01/_jaa004200601_01_0012.php Uit een brief van Guido aan Reina: ‘Nu bestaat er ook de kans dat de oorlog 15 jr zal duren, de tijd die ik nodig acht om een nieuw Europa te doen ontstaan.(...) 15 jaar moet de ellende duren voor al het oude, alle egoïsme uitgebrand en met wortel en al uitgeroeid is. Dan pas kan er misschien een socialisties federatief Europa hecht en vast ontstaan. Maar dan nog blijft het een experiment. Wij, jij en ik, kunnen in die strijd gebleven zijn, eveneens uitgeroeid, maar wat geeft dat? Daar hebben onze kameraden, onze kinderen nog altijd toekomst... Vind je het erg dat ik zo denk? (...) Of kun je begrijpen dat ik jou en mij uitschakel wanneer het om Europa gaat. Dat ik om zo te zeggen de eeuwen zie en poog te dóórzien, en niet me blindstaar op de angstwekkend snel ronddraaiende secondewijzer waarop nu nog vrijwel ieder braaf denkend mens zich doodstaart?’
24.10 Reconstructie: dit kamp moet een voorzomerkamp van de sjocgroep geweest waar ook Gertie Jansen me over vertelde en waar George Ittmann kampvader was (het enige wat ze zich over George kon herinneren was dat elke ochtend ‘poelen, poelen' riep en dan sprongen ze met z'n allen in de Rosep naast de boerderij'). Er waren in die jaren eigenlijk alleen maar Paka's, Pika's en Zoka's, dit was dus een uitzondering op die regel. Zie het stuk van Wim Klinkenberg uit 1943 'Hoe een sjoccer zich bezighield met het Molinium en tabellen maakte'. In het boek 'Plantengroei in enkele Nederlandse landschappen' staan opnames van 12 en 14 juli 1943 langs de Beerze van Wim Klinkenberg die ongetwijfeld op dit kamp gemaakt zijn.
24.11 zie bv. https://nl.wikipedia.org/wiki/Sape_Kuiper en   https://www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu/louis-daniel-boissevain 
24.12. Dit is het gereconstrueerde verhaal uit het boek (zie 24.3). Gezien het feit dat alle verhoren door de Duitsers zijn vernietigd zijn er waarschijnlijk meerdere versies mogelijk. In de versie van het boek zou Guido zich (ondanks dat hij geen lid was van CS-6) wel heel erg schuldig zou hebben gevoeld omdat met het uitlenen van zijn fiets Sape opgepakt zou worden, die het adres verraden zou hebben waar Reina opgepakt zou worden. Uit andere bronnen blijkt echter dat de Duitsers via infiltrant Anton van der Waals voor al die arrestaties al zeer goed op de hoogte van wie er in de CS-6 verzetsgroep zat (https://www.tracesofwar.nl/articles/1660/Seyffardt-Hendrik.htm?c=gw).
24.13. Zie voor de prijs die naar haar genoemd werd en wie haar allemaal won: http://www.schrijversinfo.nl/prinsengeerligsreina.html  
24.14 Die verwijzing naar die naam heb ik zelf gereconstrueerd. De naam ´CS-6´ verzetsgroep (waar ze lid van was) heette overigens naar de 'Corellistraat 6', het adres waar de broers Louis, Janka en Gi Boissevain woonde: de kern van de groep.
24.15 Zie https://www.dbnl.org/tekst/jans037over01_01/jans037over01_01_0004.php en https://www.tracesofwar.nl/articles/2240/Waals-Anton-van-der.htm 

Reina als tweede van rechts toekijkend bij een klompenrace bij de jongens op het zoka Havelte II in juli 1942 (24.1)
Reina als middelste van de drie meiden in de startblokken voor een klompenrace op het zoka Havelte II in juli 1942 (24.1).

Bedankbriefje uit 1998 van  Guido van Suchtelen 'Kinderen waren we eigenlijk nog' aan Piet Mulder toen hij afdrukken van bovenstaande drie foto's aan hem stuurde (24.1). Via Reinjan Mulder op de ouwe sokken Facebook pagina verkregen.
Reina een jaar later met een hele andere blik in haar ogen dan een jaar daarvoor: foto gemaakt toen ze net opgepakt was door de Duitsers op de Amstelveense weg in Amsterdam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

37. So Long, Farewell, Auf Wiedersehen, Goodbye

Foto 1: Kort verslag over de eerste excursie naar de Baest bij Oirschot die ik als proef lid meemaakte op 29 oktober 1972 in de Fragilaria e...