zondag 19 april 2020

20. Victor & Nettie

Victor met NJN speldje in een fauteuil in z'n studentenkamer in Utrecht in 1939 en Nettie in het Schwartzwald in 1937
Victor Westhoff werd geboren op 12 november 1916 in Situbondo, nabij de uiterste oostpunt van Java, en hij verhuisde op jonge leeftijd naar Laren in het Gooi. In 1966 keek hij zo terug op zijn jeugd: ‘Als kind zag ik in Laren een paradijs. In ander dan floristisch opzicht was het dat ook inderdaad. Het oude, intieme brinkdorp, weggedoken in een kom omringd door hoge heiden, met zijn ogenschijnlijk ordeloos verspreide schilderachtige boerderijen, zijn tussen akkermaalshout kronkelende weggetjes …’ (20.1). Al op z’n negende in 1926 maakte hij een kleine paddenstoelententoonstelling in hun tuin van de ‘Wenda-hoeve’ te Laren (20.2) en later zou hij schrijven hoe 12 paddenstoelensoorten omstreeks 1930 in die omgeving veel talrijker waren dan in 1966 (20.1). In die tijd begon hij eerst met hulp van zijn moeder met het leren kennen van de gewone planten, maar na zijn veertiende jaar ook de gras- en zeggesoorten. Uiteindelijk bleek de soortenrijkdom van de planten in ’t Gooi uit zijn jeugd, evenals de variatie, de nuances in overgangen alle groot (20.1). Het gebied dat hij kende breidde sterk uit nadat hij zich vijftien jaar oud in september 1932 had aangemeld bij de NJN afdeling Hilversum. Daarna zou hij zijn eerste jeugdbondsjaren geen excursie overslaan en zijn eerste publicatie schreef hij in 1934 in de Amoeba over invloed de afsluiting van de Zuiderzee op de planten die daar groeiden (20.3). De NJN bracht hem enerzijds bij de vogels (20.4), anderzijds ook bij de Winterswijkse bossen, beken en venen; eind juli 1933 was hij op zijn eerste NJN zoka Kotten I geweest en kwam daar ook boterham etend in de film van Ben van Noordwijk terecht (20.1). In Kotten zou hij zeer vaak terugkeren op de zoka’s in 1934, 1935, 1936  en 1938 (20.5), maar het zou uiteindelijk Terschelling zijn, dat zijn tweede vaderland zou worden. Dat was de plek waar hij in 1938 een NJN afdeling hielp baren en waarover hij in 1947 een proefschrift zou publiceren. In 1935 ging hij biologie studeren aan de Rijks Universiteit Utrecht, naar welke stad hij pas in 1939 verhuisde en waar hij bij Frans Tjallingi ging wonen in woongemeenschap ‘De Wig’. In 1935 was hij ook districtsleider van district III, waar hij als eerste een districtsblad (de Meerkol) oprichtte (20.6). Op 2 mei 1937, zou hij samen met Han Alta (20.7) in Kortenhoef de Sjocgroep (de eerste NJN werkgroep) en hun tijdschrift Kruipnieuws starten. Victor zou de leidsman worden van het plantensociologische deel van de NJN en later van heel Nederland.

Nettie werd geboren in Dordrecht op 22 september 1918 en ze zou met haar familie op haar vierde naar Utrecht verhuizen. Ze kwam al jong met de natuur in aanraking: ze ging met haar ouders mee met zeiltochten en mee naar de golfbaan in de bossen rond Zeist. In 1925 woonden het gezin voor Nettie’s gezondheid tijdelijk drie maanden in een huisje aan de Dolderse weg in Huis ter Heide. Met haar ouders zag ze naast dat huisje van dichtbij een zwarte specht broeden in een dode berk (een nest met één jong), het tweede broedpaar voor de provincie Utrecht (20.8).

Nettie is bij de NJN gekomen in oktober 1935, ze was toen 17 jaar en werd lid van afdeling Utrecht III. Bijna haar halve meisjesklas zat bij de NJN. Haar moeder had voor haar al eens eerder geïnformeerd naar de NJN, maar Nettie had er toen zelf geen zin in gehad met anderen mee te gaan. Nettie had in haar eerste NJN tijd een boek over naaldbomen en verzamelde kegels en takjes. In 1935 en 1936 las ze de plantensociologische artikelen van Victor over bossen in Amoeba. Na haar eindexamen op de HBS in ging ze om haar talen te verbeteren eerst biologie studeren in Freiburg in het Schwartzwald in Duitsland en daarna een jaar naar Lausanne in Zwitserland. In de zomervakanties kwam ze naar Nederland voor de kampen. Zo was ze op zoka op Terschelling, Skylge II (1936) met Gerrit van der Heide, Havelte (1937) met Dingeman Bakker, een deel van een vaarkamp in de Zeeuwse wateren (1938) met Kees Hana en Jaap de Jong en van Zuiderzee vaarkamp het eerste deel tot Zwartsluis (1939). 

Nettie en Victor zouden elkaar voor het eerst tegenkomen op een districtsexcursie naar Eijckenstein in 1935, ten noorden van Bilthoven. Ze kwamen beide met hun afdelingen fietsend: Victor uit Laren en Nettie vanuit Utrecht. Victor zat op dat moment als districtsleider van district III (de provincie Utrecht en het Gooi) in het HB. Ze zagen elkaar later ook nog op kaderlezingen (die bedoeld waren om dieper op de natuur in te gaan en excursieleiders op te leiden) in ‘De Zilvervos’, een zaaltje in Bilthoven. Ze zouden elkaar gezien hebben op een Leiderskamp (van de (K)NNV samen met vaklui van de NJN) op Schouwen in 1937, maar Victor was daar uiteindelijk niet bij omdat z’n vader ernstig ziek was.

Ze zouden nooit samen op een NJN zoka zijn. Het zou op het Leiderskamp in Mook zijn in de zomer van 1938, waar Victor de griep kreeg en hij op bed moest blijven, dat Nettie heeft hem daar toen regelmatig eten heeft gebracht en ze elkaar wat beter leerden kennen. Uiteindelijk besloten ze op 7 oktober 1939 zich te verloven en later dat jaar gingen ze samen naar zijn laatste NJN congres in Scheveningen, waar Victor ouwe sok werd. Eind jaren dertig waren ze samen wel vaker op andere kampen geweest die met veel leden nauw aan de NJN verbonden waren. Dat waren behalve de Leiderskampen van de (K)NNV met vaklui van de NJN, kampen van de Utrechtse Biologen Vereniging (de UBV; 20.9) en een kamp van de Nederlandse Botanische Vereniging in juli 1939. Op dat laatste kamp rond Kotten werd dankbaar gebruik gemaakt van de NJN terrein kennis om ook de planten van minder vaak bezochte hoogtepunten met NJN’ers (en Nettie als enige aanwezige vrouw en NJN’ster) te bezoeken (20.10).

Nettie zou erg belangrijk blijken te zijn als ze samen op excursie waren: Victor keek uitsluitend naar de grond, dus het was aan haar om de weg terug te onthouden en hun aandacht ging niet alleen uit naar planten (20.11). De NJN zou voor Victor de plek zijn waar hij leerde sociaal te zijn en met andere samen te werken en voor beide zou de band met de NJN en hun (oud)leden een rode draad door hun leven vormen. Victor zou uiteindelijk als de opvolger van Jac. P. Thijsse worden gezien. De laatste NJN excursie die Victor leidde zou uiteindelijk in 2001 in de Bruuk zijn, vlakbij hun woonplaats Groesbeek. Dit zou acht maanden voor zijn overlijden zijn. Wanneer de laatste NJN excursie voor Nettie wordt is nog niet te zeggen. Zij woont al vijftig jaar in het huisje in Groesbeek, zorgt er nog steeds voor dat delen van het archief van Victor op een geordende manier in het provinciale archief in Haarlem terecht komen, ze rijdt nog steeds auto en zit elke dag wel even achter de computer. Kortom als 101 jarige is ze nog steeds een vrouw van de wereld (20.12).

Opmerkingen
20.1 Saris, Frank, 2018. Victor Westhoff (1916-2001). Natuurbescherming als toevluchtsoord. Proefschrift, Radboud Universiteit Nijmegen, 1-386.
20.2 Schaminée, Joop 2003. Beelden in de natuur, Ter nagedachtenis aan Victor Westhoff. KNNV Uitgeverij. P. 9.

20.3: Westhoff, V., 1934. Aan de Zuiderzeekust. Amoeba 13 (6/7), pp. 85-88.
20.4 Westhoff, V., B. van Koersveld & D. De Lange 1935. Alweer de Steltkluit bij Hilversum. De Levende Natuur, vol 40(1935)nr. 2, p. 62-62. ‘Alweer de Steltkluit bij Hilversum. Misschien is het voor De Levende Natuur van belang, dat wij heden. Zondag 5 Mei, op een N. J. N. excursie in de bekende Vloeivelden bij Hilversum de zeldzame Steltkluut hebben waargenomen, die hier sinds 1927 niet meer geweest is. Uren lang hebben we het fraaie witte dier met de aan weerszijden pikzwarte vleugels, de opvallend lange, roode pooten, …’
20.5 Westhoff, V. & H. de Miranda (red.),1938. Kotten, zoals de N.J.N. het zag. Uitgave van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. 200 pp., (herdrukt in 1988).
20.6 Zie 'Levensloop van Victor Westhoff als lid van de N.J.N.' Gevoegd bij het afgestane N.J.N.-archief.
20.7 Jacques Meltzer wordt soms als medeoprichter genoemd maar in een tekst wordt dit gecorrigeerd in Han Alta.
20.8 Het eerste broedgeval van de zwarte specht was in de bossen van Brandenberg bij Baarn in 1924. J. VAN DER STRAATEN (eindredactie) 1971. Avifauna van Midden-Nederland, Stichting voor Vogelstudie en Vogelbescherming te Utrecht, zie p. 319.
20.9 Zekere NJN’sters/NJN’ers in het UBV bestuur tot aan het einde van de Tweede Wereldoorlog: 1930-1931 Erry (A.E.) du Marchie-Servaas; 1934 –1935 Frans (F.) Tjallingii; 1934 –1939 Mauk (M.F. Mörzer Bruyns) en 1940 – 1941 Victor (V.) Westhoff en 1945 – 1946 Frans (F.A.) Stafleu. Zie
https://ubv.info/nl/vereniging/bestuur/oud-besturen/

20.10 Sloff, Jan, G. 1940 Verslag van de 4e excursie der N.B.V. naar Winterswijk en omgeving op 21 —26 Aug. 1939. Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3, vol 50(1), 67-68.
http://natuurtijdschriften.nl/download?type=document&docid=549165
20.11 Victor keek ook naar dieren: hij verzamelde onder andere gallen, die tekende Han Alta dan en die kwamen weer in het Gallenboek van Han Alta en W.M. Docters van Leeuwen uit 1946 uitgegeven door de NNV.
En samen met Nettie bestudeerde hij ook mieren in bossen door heel Nederland: Westhoff, V., en J.N. Westhoff-de Joncheere 1942. Verspreidingen nestoecologie van de mieren in de Nederlandsche bosschen. (Wagen.), 1942. 76 blz. met tabellen. Mededeeling v. h. Gom. ter bestudering en Bestrijding v. Insectenplagen in Bosschen, No. 9.

20.12 Nettie: veel dank voor het leuke contact, de bezoekjes, de telefoongesprekken en de mailtjes afgelopen jaar.

Victor als zestienjarige op z'n eerste zoka in Kotten I in 1933, 'still' uit de film Kotten door Ben van Noordwijk.

1937 Victor (links) relaxed drinkend op Terschelling I.

'De sprookjesachtige wereld van Kottens oerwoud', foto gemaakt in 1936 door Victor, samengesteld uit twee foto's uit zijn fotoalbum, zie de sensationele grote versie.

 


Geboortekaartje van de afdeling Terschelling in 1938.



Hoepelnieuws, gemaakt op Sjocgroep-kampje in Lunteren, de eerste dagen van Januari 1940. Victor en Nettie zijn daar met flinke vorst heen gefietst. Het nummer draait om de hoepel als maat om een goede plantenopname te maken. 

 


1948 Victor als ouwe sok met Tjalling Waterbolk en Mien Waterbolk van Rooijen op een langdurige excursie naar Zwitserland.
1987 viering 50-jaar Sjocgroep met Victor en Nettie rechts van het midden, onderschrift zie hieronder, bron zie link
De ouwe sokken die er in 1987 allemaal bij waren, 50 jaar na de oprichting.


 
13 juli 2001 de laatste NJN excursie van Victor in De Bruuk, 8 maanden voor z'n overlijden (met dank aan Hester de Boer die er bij was en mij de foto stuurde).

Nettie in de nog steeds intacte bibliotheek van Victor in hun huis in Groesbeek op 14 juni 2019.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

37. So Long, Farewell, Auf Wiedersehen, Goodbye

Foto 1: Kort verslag over de eerste excursie naar de Baest bij Oirschot die ik als proef lid meemaakte op 29 oktober 1972 in de Fragilaria e...