Tineke Rutten (rechts) excursie Vragenderveen Kotten I in 1934 in de film van Ben van Noordwijk (07:33). |
Begin jaren dertig: hoeveel meisjes drongen door in een Amoeba uit 1930: Anneke Pannekoek schreef dat jaar in de Amoeba over zoetwaterslakken in Denekamp en Bekendelle en er werd geschreven over Hella ten Cate Brouwer die een levendige beschrijving over de slootflora en -fauna van Noord-Holland gaf, Bep van Bronkhorst die verteld had over de strandvogels op Voorne en Joop van de Vloodt over vogelwaarnemingen in de herfst (19.2).
Eind jaren dertig kan ik zien dat van de tien vaklui op Terschelling II in 1937 er drie meisje waren en dat van de negen distriktsleiders/-sters in 1937 er vier meisjes waren (19.3). Dat er op Bissen I (Zuid-Limburg) in 1938 twee van de dertien vaklui meisjes waren. De sprekerslijst van de bond uit 1938 laat daarentegen alleen 41 NJN-jongensnamen zien. In 1940 waren er van de 30 vaklui op Havelte I, II en III zeven meisjes (19.4). De sprekerslijst uit 1942 van Amsterdam (district IV) bestond uit 27 NJN namen, waarvan met zekerheid één meisje. In 1943 was dit totaal 32 namen met vier meisjes. Kortom ik had ergens gelezen dat de meisjes gedurende de oorlog een belangrijkere rol gingen spelen en dit lijkt dat te onderschrijven. Maar was dit ook het geval op bovo niveau? Marga Coesèl heeft een complete lijst van bovo’s in de periode 1920-1997 achterin haar boek gepubliceerd (19.5). Daarin zien we in deze periode inderdaad de eerste twee vrouwelijke bovo’s opduiken.
In de beschrijvingsbrief van het congres van 1939 stond er
nog geen naam bij wie er voorgesteld zou worden als Algemeen voorzitter in het Centraal
Bestuur. Gedurende het congres werd de beoogd kampsecretaresse Tineke Rutten
doorgeschoven en zij werd de eerste vrouwelijke bovo van de bond en de term ‘Algemeen
voorzitter’ werd tijdelijk vervangen door ‘Algemeen voorzitster’ (19.6). Tineke
Rutten (19.7) kwam uit Utrecht, had o.a. in een klas gezeten waarvan zes van de
dertien meisjes lid waren van de NJN (19.8). In het jaar ervoor in 1939 zat ze al wel in het
Centraal Bestuur als penningmeester. Na de inval van de Duitsers en de
capitulatie op 14 mei 1940, voelde zij zich echter niet zeker of ze de bond in die
moeilijke tijd kon leiden. Ze had toen een briefwisseling met Aart Brouwer, die
haar als laatste regel schreef ‘Zeg maar wanneer ik moet beginnen’. Ze is
in juli 1940 door hem opgevolgd (19.9). De tweede vrouwelijke bovo van de NJN zou Emy Odé (19.10) worden in
het CB 1943. Ook zij had het jaar daarvoor in het CB gezeten als
bondssecretaresse. Daarna zouden in 1955 en 1963 Hanke Nugteren en Greetje Busman de derde en vierde vrouwelijke bovo
zijn.
Ergens in 1979 was er op een redactievergadering van de
Amoeba blijkbaar besloten om het zesde nummer van dat jaar een ‘Emancipatie Amoeba’ te laten
zijn. De voorkant mocht er zijn en er wordt in één artikel een geanonimiseerde ‘Dag
uit het leven van een jeugdbondshuis’ beschreven met de vraag ‘hoe geëmancipeerd
is een NJN-familie’, naast een emancipatiequiz van zes vragen (19.11). Die
emancipatie binnen dat huis bleek flink tegen te vallen, de rollenpatronen lagen redelijk
traditioneel vast. Ook twee Amoeba nummers later, wordt een redelijk
traditioneel beeld van de rolverdeling binnen de bond geschetst: ‘meisjes zijn
in een bestuur meestal sec of ping, etc.’(19.12). Zou dit de reden zijn dat Marjolein
Quené het jaar daarop in 1980 als vijfde vrouwelijke bovo het HB zou gaan
leiden?
En dan de homo-emancipatie. Marga Coesèl noemt twee namen van
homo’s uit de jaren veertig (19.13) en daar kunnen dan twee namen uit de
jaren tachtig aan worden toegevoegd: Arthur Oosterbaan als uitgever en
ondergetekende als bovo, beide in het HB van 1981. En natuurlijk kende wij in/uit
die jaren meerdere homo’s, lesbo’s en bi’s in de bond. Daarin is door de
homo-emancipatie in de maatschappij rondom de bond ook in de acceptatie daarvan breeduit in de jeugdbonden
doorgedrongen. En natuurlijk zijn er ook in de eerste decennia meerdere homo’s,
lesbo’s en bi’s geweest.Maar nu komt het bijzondere. Wie had er nou gedacht dat die twee Amoeba nummers uit 1979 daadwerkelijk de bond zouden veranderen (of is dat toch wel wat te veel eer voor Rijcklof Hofman en de BBK commissie)? Velen zullen ongetwijfeld (met mij) in ieder geval verbaasd zijn wat er gebeurd als meisjes in de bondstop eens in een grafiek wordt neergezet (19.14 en zie het grafiek hier helemaal onder). Ja de multinationals kunnen daar een puntje aan zuigen. Kortom laten we hopen dat het met de emancipatie in de bond en in Nederland zo door blijft gaan als het de afgelopen decennia is gegaan.
Opmerkingen
19.1 In Coesèl (1997) p. 3519.2 Anneke Pannekoek 1930. Moluskenvondsten in onze kampen Amoeba nummer 92, maart 1930 9(7): p. 107- 109; Leidster I 1930. Het F.T.S. album Amoeba nummer 92, maart 1930 9(7): p. 116.
19.3 Volledige lijst van Terschelling II 1937. Beschrijvingsbrief voor de AV van 1937, p. 4.
19.4 Beschrijvingsbrief voor de AV van 1937, p. 4. Kamp Bissen I 1938 [deelnemerslijst]. Sprekerslijst NJN Mei 1938.
19.5 In Coesèl (1997) p. 196-197.[Over deze lijst: Herbert Bijleveld was in 1942 voor de tweede keer bovo en niet Aart Brouwer, die toen al ouwe sok was].
19.6 Beschrijvingsbrief voor de AV van 1940, met aantekeningen van Fred Hoekzema, p. 6 en Reitze ten Cate vulde toen de vacature van kampsecretaris op. Het Hoofdbestuur was toen opgebouwd uit het Centraal Bestuur en de negen distriktsleiders.
19.7 Ze is waarschijnlijk geboren in 1918 en zou ergens in de jaren veertig trouwen met Dirk de Boer (1916-1998) met wie ze is gaan wonen in Arnhem. Begin jaren vijftig is ze echter in het kraambed bij de geboorte van haar eerste kind komen te overlijden (dit vertelde Nettie Westhoff – de Joncheere mij). Haar oudste broer Martin was overigens de beste vriend van Nico Tinbergen, met wie haar oudere zus Lies later dan weer zou trouwen.
19.8 Klas op de meisjes HBS aan de Wittevrouwensingel Utrecht, voorste rij midden van foto: Tineke Rutten geheel rechts Nettie toen nog de Joncheere (foto uit het album van Nettie Westhoff – de Joncheere).
19.9 Henk Nijman 2000. De bende van drie. Uitgeverij Troglodytus, p. 7 (zie noot 16: archiefstuk 327, tweede vermelding). en: p. 8 (juli moet daar gelezen worden als juli 1940).
19.10 Inderdaad familie van Baudewijn Odé die werkt op Naturalis.
19.11 Amoeba 1979 nr 6. Maria 1 en 2 ‘Een dag uit het leven van een jeugdbondshuis’ p. 8-9 [ging dit eigenlijk over de Admiraal van Gentstraat in Utrecht?] en Michiel Boeken ‘Emancipatiequiz’ p. 22-23.
19.12 Scheffer, Julia, Jan Knook, Roel Hein & Anita van Meeuwen 1979. BBK verslag 15-34 met p. 32 wijfjes en mannetjes. Amoeba nr.8 dec. (per ongeluk geciteerd als Martin Scheffer in Coesèl, 1979).
19.13 Bij Homoseksualiteit in Coesèl (1997) op p. 110 worden Henk Nijman en Hugo van Win genoemd.
19.14 Lijst van bovo’s na Coesèl (1997) die ik heb kunnen samenstellen samen met Linde Hoekstra, Hester de Boer, Saskia Roselaar en Margot Lieverse.
19.6 Beschrijvingsbrief voor de AV van 1940, met aantekeningen van Fred Hoekzema, p. 6 en Reitze ten Cate vulde toen de vacature van kampsecretaris op. Het Hoofdbestuur was toen opgebouwd uit het Centraal Bestuur en de negen distriktsleiders.
19.7 Ze is waarschijnlijk geboren in 1918 en zou ergens in de jaren veertig trouwen met Dirk de Boer (1916-1998) met wie ze is gaan wonen in Arnhem. Begin jaren vijftig is ze echter in het kraambed bij de geboorte van haar eerste kind komen te overlijden (dit vertelde Nettie Westhoff – de Joncheere mij). Haar oudste broer Martin was overigens de beste vriend van Nico Tinbergen, met wie haar oudere zus Lies later dan weer zou trouwen.
19.8 Klas op de meisjes HBS aan de Wittevrouwensingel Utrecht, voorste rij midden van foto: Tineke Rutten geheel rechts Nettie toen nog de Joncheere (foto uit het album van Nettie Westhoff – de Joncheere).
19.9 Henk Nijman 2000. De bende van drie. Uitgeverij Troglodytus, p. 7 (zie noot 16: archiefstuk 327, tweede vermelding). en: p. 8 (juli moet daar gelezen worden als juli 1940).
19.10 Inderdaad familie van Baudewijn Odé die werkt op Naturalis.
19.11 Amoeba 1979 nr 6. Maria 1 en 2 ‘Een dag uit het leven van een jeugdbondshuis’ p. 8-9 [ging dit eigenlijk over de Admiraal van Gentstraat in Utrecht?] en Michiel Boeken ‘Emancipatiequiz’ p. 22-23.
19.12 Scheffer, Julia, Jan Knook, Roel Hein & Anita van Meeuwen 1979. BBK verslag 15-34 met p. 32 wijfjes en mannetjes. Amoeba nr.8 dec. (per ongeluk geciteerd als Martin Scheffer in Coesèl, 1979).
19.13 Bij Homoseksualiteit in Coesèl (1997) op p. 110 worden Henk Nijman en Hugo van Win genoemd.
19.14 Lijst van bovo’s na Coesèl (1997) die ik heb kunnen samenstellen samen met Linde Hoekstra, Hester de Boer, Saskia Roselaar en Margot Lieverse.
Bovo’s 1998-2020
1998 Margot Lieverse 1999 Gertjan Jobse
2000 Hilde Stolk
2001 Sjoerd Steenbergen
2002 Bram Koese
2003 Frederiek de Heer
2004 Casper van Tilburg
2005 Berber de Jong
2006 René Janssen
2007 Merel Collenteur
2008 Linde Hoekstra
2009 Nicky Lustenhouwer
2010 Jan Hovenkamp
2011 Fiona van der Burgt
2012 Rens de Boer
2013 Nine de Pater
2014 Mara de Pater
2015 Janna Fleuren
2016 Cathelijne Konijnenberg
2017 Merel Jacobs
2018 Mees van Horssen
2019 Tessel de Vries
2020 Jella Loose
Tineke Rutten op de eerste rij links aan het gangpad, helemaal rechts Nettie de Joncheere, eindexamenklas 1935-1936 op de 5-6 jarige meisjes HBS aan de Wittevrouwensingel te Utrecht. |
Verkiezing van Tineke Rutten als de eerste vrouwelijke bovo van de NJN van het Centraal Bestuur in 1940 |
Voorkant van de Emancipatie Amoeba, september 1979 nummer 6 (19.11) |
Amoeba november 1979 nummer 8: de BBK enquête grafieken en een meisjes en jongens discussie (19.12) |
Derde van rechts: de vijfde vrouwelijke bovo van de NJN: Marjolein Quené (HB 1980). |
Grafiek m/v verhouding bovo's 1920-2020 (zie 19.14). |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten