De
oprichtingsvergadering viel in de zomervakantie en een aantal schoolclubjes uit
Groningen en Zwolle hadden besloten om vanaf 27 juli 1920 een paar dagen
daarvoor met elkaar op kamp te gaan naar Appelscha. Een soort voorkamp van de
oprichting van de bond. Een waarneming op dit kampje zou later een enorme
uitstraling krijgen, maar achteraf bezien zou de waarheid toch net iets anders
kunnen zijn dan het ons lang is voorgehouden. Op dat kampje werd namelijk op
vrijdag 6 augustus 1920 een belangrijke waarneming gedaan: de allereerste
vondst van het Linnaeusklokje (Linnaea
borealis) in Nederland. Het
plantje stond toen het geplukt werd niet in bloei en het zou dus lang duren
voordat het stengeltje met de vegetatieve kleine paarbladige blaadjes op naam
gebracht zou worden.
Deze sensationele waarneming werd lang naar voren geschoven om het belang van de NJN voor de natuurstudie in ons land te onderschrijven. En inderdaad, deze eerste waarneming was ook nooit gedaan als dat voorkampje er niet geweest was, maar uiteindelijk blijkt de vondst niet gedaan was door een NJN-er in de dop.
Het eerste wat later niet bleek te kloppen was dat de
kampdeelnemers door een jachtopziener gewezen zouden zijn op een klein plantje
met blaadjes die in een dennenbos groeide en wat niemand kende (2.1). Later
bleek namelijk dat de aanwezigen het plantje zelf hadden ontdekt en het hun
niet was aangewezen (2.2). Daarnaast werd de vondst zelf gedaan door Hendrik
Heidinga, die werd geboren in 1890 en bij de vondst was hij dus 29 jaar oud.
Hij was een docent in opleiding die op de Rijks H.B.S. in Groningen stage liep
en die in 1919 zijn MO akte K IV (Delfstof-, Aard-, Plant- en Dierkunde) had
gehaald. Hij bleek een heel jaar lang bezig te zijn geweest om het plantje op naam te krijgen (2.3). Kortom de bond had
hem wel het podium geboden om deze vondst te kunnen doen. Je zou het dus
inderdaad wel ‘een heerlijk begin van de werkzaamheid van den Jeugdbond’ kunnen
noemen, zoals de redactie aan het artikel van de vondst in DLN toevoegde (2.3).
Maar het was niet echt een NJN-er in de dop die het had gevonden.
Opmerkingen
2.1 Sipkes, C., 1922 Twee
zeldzaamheden in 1921, in goeden welstand. De Levende Natuur, vol 26(10): 284.
http://natuurtijdschriften.nl/download?type=document&docid=489088
2.2 Heidinga H., H.J. Venema & S.R. de Boer, 1923. Linnaea
borealis. De Levende Natuur 27(1): 29. http://natuurtijdschriften.nl/download?type=document&docid=489128
2.3 Heidinga H., 1921. Voor het eerst in Nederland gevonden! De
Levende Natuur 25(10): 238. http://natuurtijdschriften.nl/download?type=document&docid=488851
Geen opmerkingen:
Een reactie posten