zaterdag 29 augustus 2020

34. Jules Philippona

Foto 1: Afdeling Haarlem op excursie met Jules Philippona als excursieleider in 1946 naar Spaarndam; Jules is die lange NJN'er rechtsachter (34.1). 

Vele NJN’ers/sters begonnen hun interesse in de natuur met vogels en dat was ook het geval bij Jules Philippona, geboren in 1924. Zijn moeder raadde hem aan op zomerkamp te gaan en dat leek hem wel wat. Dus ging hij in juli 1939 naar het zoka Kotten II. Al op de boot vanaf Amsterdam over het IJsselmeer zou hij twee Amsterdamse vrienden leren kennen: Ben Lopes Cardozo en Martin van Rooijen; die twee maatjes maakten met elkaar veel grapjes, het was geestig die twee samen te zien. Veel later zou hij horen dat Martin in Mauthausen vermoord was door de Duitsers en hij zeer verbaasd van mij te horen dat Ben de oorlog ondergedoken overleefd had en pas begin van 2020 overleden was. Hij vond de NJN op het zoka even vreemd, maar de sfeer beviel hem goed. Hij hoorde daar voor het eerst de wielewaal en de boomkruiper. Zo kreeg hij daar het vogelkijk virus wat te pakken en hield niet meer van voetbal (en zou hij nadien ook niet meer af en toe met klasgenoten en een docent naar Amsterdam fietsen om in het Olympisch stadion voetbal te gaan kijken). Hij had die winter getwijfeld of hij wel lid zou blijven en uiteindelijk zou het tot 10 februari 1940 duren voor hij ook daadwerkelijk actief met NJN Haarlem mee zou gaan. Hij was er daarna bijvoorbeeld bij toen Jac. P. Thijsse op dinsdagavond 29 mei 1940, bereid was geweest om een NJN-excursie te leiden in Thijsse´s Hof in Bloemendaal. Dit was kort na de inval van de Duitsers en ze waren als afdeling blij dat hij als een enthousiaste oudere, in die moeilijke onzekere tijden hun een hart onder de riem wilde steken (34.2). Overigens herinnerde Jules zich zelf eigenlijk nog nauwelijks iets van deze bijzondere avondexcursie.

Met grote belangstelling zou hij zich in die eerste oorlogsjaren gaan verdiepen in de vogels. In het begin zonder kijker, later met een zeer eenvoudig toneelkijkertje die nauwelijks vergrote en pas in 1942 kreeg hij zijn eerste echte kijker (34.3). Hij kan zich uit die tijd bijvoorbeeld nog herinneren dat hij een griel zag in de duinen bij Bergen, op een van de weinige plekken waar in de oorlog die soort nog in Nederland broedde. Zijn eerste onderzoekje was naar de glanskop die rond Haarlem vrij algemeen was, een soort die hem toen erg boeide. Toen hij afdelingsvoorzitter was stelde hij voor het afdelingsblad ‘de glanskop’ te noemen en ook de naam van afdeling Haarlem daarin te veranderen; en dat gebeurde (34.4). Het onderzoek deed hij met Gerrit Bos en ze hebben het gepubliceerd in 1948 (mogelijk al eerder in de Marel). Het leuke was dat de glanskop zelf geen nestholen maakt en de matkop wel (34.5). Sommige afdelingsgenoten waren volgens hem wel lid van de VWG van de NJN, maar hij voelde zich meer thuis in de afdeling en het district V (34.6), alhoewel hij ook wel naar zoka’s en congressen ging (34.7). 

Zeetrektellen deden ze toen nog niet (in de tweede helft van de oorlog was het ook verboden op het strand te komen), maar langstrekkende rotganzen of overtrekkende grauwe ganzen kon hij zich wel herinneren. De eerste keer dat hij echt zittende grauwe ganzen zou zien was pas toen hij met Theo Mulder in 1948 over de Afsluitdijk gaan fietsen en bij het Friese Galamadammen-Zuid, een groep van 150 op de grond zag zitten. Eind jaren vijftig had hij mooie afbeeldingen met geschilderde ganzen gezien gemaakt door de Engelsman Peter Scott. Daarvan was hij zo onder de indruk dat dat het moment was dat hij besloot zich vanaf 1958 op het tellen en onderzoeken van ganzen te gaan richten. Inmiddels had hij jaren als lagere schoolleraar gewerkt, maar omdat hij meer wilde verdienen besloot hij middelbare school docent te worden. Hij had geen bètapakket gehad op de HBS, dus kon hij niet kiezen voor biologie, maar hij koos toen voor aardrijkskunde. Naast die schoolbaan heeft hij decennia lang onderzoek gedaan naar ganzen en publiceerde daar regelmatig over.

Nu is hij 96 jaar en hij baalt er toch wel van dat hij op dit moment zo weinig mobiel is. Tot vorig jaar ging het fietsen en alleen op pad gaan nog goed. Soms neemt z’n dochter Sietske hem nu wel mee de natuur in, maar het horen of zien van de drie vogelsoorten die hij zich ten doel had gesteld dit jaar te zien (nachtegaal, grutto en veldleeuwerik ) was tot op het moment van het interview (op 4 augustus 2020) nog niet gelukt. Wat hij het meeste mist aan de natuur van vroeger? Dat zijn toch wel de weidevogels zoals de kemphaan die bijvoorbeeld onder Makkum vroeger toch vrij algemeen was. Spijt? Ja hij had wel een beetje spijt gehad dat hij in z’n jeugdbondstijd niet meer over planten had geleerd. 

Op z’n werkkamer bekeek ik met zijn dochter een aantal van zijn eerste excursieboekjes, wat natuurlijk erg leuk was om in te lezen. Van alle ouwe sokken die ik afgelopen jaren gesproken en gezien heb, herkende ik me het meeste in Jules. Ook ik was namelijk zelf ooit als vogelaar begonnen en had dergelijke opschrijfboekjes en ook ik was (ruim dertig jaar later dan hij) deels hetzelfde pad gegaan, maar dan bij afdeling Eindhoven. Andere tijden, maar een aantal van dezelfde mechanismen. En erg leuk was dat ik nu erg gezellig met Jules kon praten: een naam die ik in mijn vogelaarstijd natuurlijk uit de boeken kende (34.8) en iemand die naast het docentschap probeerde de wereld te onderzoeken en vast te leggen, net als ik nu. Verwante zielen.

Opmerkingen

34.1 Foto gemaakt door Herman Leijs, gevonden via het plaatsen ervan door zijn dochter Nienke Leijs op Facebook in 2015. Sommige namen van de aanwezigen: links Herman Leijs, .......Groeneveld, Ton Souwer, Jan Hamstra, Rob Smit, Juul Philippona, Geert Hovenkamp, Piet Peters en geheel rechts Mieke Preusterink (namen ook via Carlina Smit). Mieke deed niet onder voor de heren NJN'ers: de blote benen en sokjes in januari zijn toch wel verbazend. Mieke is net als Jules ook voorzitter van de afdeling Haarlem geweest.

34.2 Jac. P. Thijsse & Menno Luikinga 1965. Een avond met Jac. P. Thijsse in de Hof. Het vogeljaar, 13(2): p. 43-47  http://natuurtijdschriften.nl/download?type=document&docid=542218

34.3 Er was toen één lid in de afdeling Haarlem geweest (Hans Veltkamp) die een echte 8x30 kijker had (een Leitz of een Zeiss), maar dat was duur en toen een grote uitzondering.

34.4 De afdeling had daarvoor de naam ‘Evonymus’.

34.5. De matkop kwam rond Haarlem nauwelijks voor, beide mezensoorten konden wel rond Havelte en op de Veluwe naast elkaar voorkomen wat hij op zoka’s en paka’s en pika’s had gezien.

34.6 Alhoewel Leiden niet ver van Haarlem lag had hij daar zelden contact mee gehad omdat het een ander district lag.

34.7 Hij was geweest naar de congressen van 1941 in Voorthuizen en 1942 in Wormerveer. Op de laatste plek was het eten inderdaad erg slecht geweest kon hij zich herinneren. Verder was hij daar met een tekening in de Pestvogel terechtgekomen omdat hij ’s nachts in de Zaan was gaan plassen, daar een verkeerde stap had gemaakt en ‘als drenkeling’ in het water was beland. Volksdansen vond hij wel leuk, maar hij was er niet goed in. De vrolijke muziek daarbij vond hij ook leuk (ook toen hij in Velp op een reünie daarbij had gestaan, had de muziek hem goed gedaan). In 1966 gingen ze met het gezin wel als kampouders mee op zoka in Havelte.

34.8. Erg bijzonder is hoe hij in 1972, precies het jaar dat ik met vogels kijken begon, een zéér lezenswaardige en ook voor nu relevante terugblik schreef over hoe hij 50 jaar geleden tegen de achteruitgang van vogels toen aankeek: Jules Philippona 1972. Geleidelijke verarming. De vogelaar, het milieu en de toekomst. In: Het vogeljaar 20 (1) p. 12-14. http://natuurtijdschriften.nl/download?type=document&docid=542580

Foto 2: Vogeldagboek van Jules: het begin van zijn aantekeningen van 7-15 augustus 1941 op Havelte III.

Foto 3: Met als grootste bijzonderheid een bezoek aan Heijkersmilde (nu: Hijkersmilde) op 11 augustus 1941 (op vijf kwartier fietsen ten noorden van Havelte), om daar lachsterns te gaan zien.

Foto 4; gemaakt als kampvader in 1966: mee op excursie naar Dwingelose heide op wederom een NJN zoka bij Havelte (foto gemaakt door Jules Philippona).


Foto 4: Jules Philippona nu, thuis in Warnsveld, foto gemaakt op 4 augustus 2020, tijdens het interview wat ik met hem hield.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

37. So Long, Farewell, Auf Wiedersehen, Goodbye

Foto 1: Kort verslag over de eerste excursie naar de Baest bij Oirschot die ik als proef lid meemaakte op 29 oktober 1972 in de Fragilaria e...