zondag 15 maart 2020

Intermetzo: jeugdbonders avant la lettre


Heinrich Kuhl en Johan van Hasselt, gezworen vrienden in de studie van de natuurlijke historie (16.1)
Jong en enthousiast in en over de natuur: het kan natuurlijk niet zo zijn dat dit gegeven pas in 1920 is uitgevonden. Als voorlopers van de NJN worden behalve de school-natuurclubs zelf waaruit we uit zijn ontstaan, ook wel gekeken naar Der Wandervogel (16.2) uit Duitsland. Wandelen in de natuur is/was natuurlijk wel een onderdeel van het jeugdbondsbestaans/-leven. Maar bestonden er vroeger ook echte hardcore natuurfreak jongeren? Het antwoord is: jazeker.

Er waren, een eeuw voordat het woord ‘jeugdbond’ werd uitgevonden, natuurlijk wel enkele jongeren die vlak bij hun huis of iets verder weg fanatiek op zoek gingen naar allerlei grotere en kleinere dieren of daar planten gingen verzamelen. In die tijd studeerde er in Groningen twee studenten, die beide al sinds hun vroege jeugd fanatiek waren in het verzamelen, maar ook van het beschrijven van alles wat ze in de natuur vonden. Vogelaars kennen minstens een van beide dankzij de Nederlandse vogelnaam de ‘Kuhls pijlstormvogel’: die is namelijk genoemd naar Heinrich Kuhl (16.3, 16.4), geboren in Hanau, 300 km ten oosten van Vaals in Duitsland. De andere van het duo was Johan van Hasselt, geboren in Doesburg. Beide waren geboren in 1797. Vanaf 1817 waren ze vrijwel onafscheidelijk en trokken ze dagelijks met elkaar op: in het veld, op de universiteit en ze bezochten samen de grotere collecties in Nederland en verre omgeving. 

Toen er in 1819 werd gedacht aan een nationale natuurhistorische collectie was het Coenraad Temminck die bereid was zijn collectie daaraan af te staan, mits hij directeur zou worden (16.5). En aldus geschiedde: nu precies 200 jaar geleden werd in 1820 het Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie in Leiden gesticht. Een van de belangrijkste doelen werd het verkennen van de natuur in de overzeese gebiedsdelen, waarvoor een 'Natuurkundige Commissie voor Nederlandsch-Indie' werd opgericht. Het eerste aangenomen lid werd Heinrich Kuhl, het tweede lid Johan van Hasselt. Beide waren op dat moment 22 jaar oud en in de jaren daarvoor in Groningen gepromoveerd. Met een preparateur en een tekenaar vertrokken ze in juni 1820 via Texel naar de Oost, waar ze na een half jaar in december 1820 aankwamen (16.6).

Ze werden daar ontvangen door Casper Reinwardt die binnen een jaar weer zou vertrekken om in Nederland hoogleraar te worden, maar die ze nu prima kon introduceren in de tropische natuur rond Buitenzorg (nu Bogor) op Java. Hun handen jeukten: ze waren in een grandioos paradijs beland, iets waarnaar Heinrich Kuhl al sinds z'n vroege jeugd had gehunkerd. De eerste vier maanden bleven ze bij Casper Reinwardt logeren in de stad. Daar kwamen ze ongetwijfeld veel bekende soorten tegen, die ze al eens in de musea die ze bezocht hadden gezien hadden of waar ze over gelezen hadden, maar ook vele nieuwe. De rijkdom was namelijk groot en vrijwel alles wat ze tegenkwamen (en wat gevangen kon worden) werd verzameld en zo mogelijk gedetermineerd. Veel daarvan werd geprepareerd en zo nodig beschreven en getekend. Bij een tocht in de bergen bleek de rijkdom daar nog veel indrukwekkender dan in het laagland: een nog groter luilekkerland. Ze schreven samen brieven naar wetenschappers thuis en die werden hier gepubliceerd. Hieronder een stuk van hoe ze in 1821 Javaanse neushoorns ontdekten en hoe ze de top van de Pangrango (Gunning Gede) bereikten, een slapende vulkaan 25 km ten zuidenoosten van Buitenzorg (nu Bogor) met een hoogte van 3019m. Hun beschrijving van de soort (als Rhacophorus reinwardtii Kuhl & van Hasselt, 1822) bleek later een synoniem van de net iets eerder beschreven Rhinoceros sondaicus Desmarest 1822. Ondanks dit beschrijven van onvermijdelijke synoniemen zouden ze beide gedurende hun leven tientallen nieuwe soorten beschrijven (16.7).

Maar ze waren zo fanatiek dat ze zichzelf nauwelijks rust gunden en anderzijds kenden ze niet precies de gevaren van veldwerk in de tropen doen. Hierdoor zou Heinrich Kuhl al binnen een jaar in de tropen te zijn, ziek worden en op 14 september 1821 in Bogor zou hij aan een leverabces komen te overlijden (16.8), hij werd slechts 23 jaar oud. De dood van zijn vriend met wie hij vijf jaar lang bijna dagelijks onafscheidelijk was geweest, was haast te veel voor Johan. Maar hij kwam er bovenop en zette hun gezamenlijke ontdekkingswerk alleen voort. Maar ook hij werd op een gegeven moment ernstig ziek (hoge koorts en diarree) en Johan van Hasselt zou bijna twee jaar later op 8 september 1823 overlijden, 26 jaar oud.

Hun namen blijven doorleven in de soorten die ze beschreven en in de vele wetenschappelijke soortnamen die na hun dood naar hen zijn vernoemd. Ondanks dat de beschrijving van de 'Kuhls pijlstormvogel' als Puffinis kuhli Boie, 1835 een synoniem bleek te zijn van Calonectris diomedea (Scopoli, 1769) bleef de Nederlandse soortnaam nog steeds naar Heinrich Kuhl verwijzen. Die naam blijft voor ons altijd nog, met een knipoog, naar de twee jongemannen verwijzen die niet of nauwelijks ouder zouden worden dan de (tegenwoordige) ouwe sokken leeftijd. Hun eeuwig samenzijn is verder bevestigd niet alleen door hun gezamenlijke graf in de botanische tuin van Bogor, maar ook in de naam Kuhlhasseltia, een orchideeën genus dat voorkomt in Zuidoost-Azië (16.9).

Opmerkingen
16.1 Wikipedia tekeningen door Friedrich Fleischmann (1791—1834), German painter and engraver & Maurist Greshoff (1862-1909) - Maurist Greshoff: Album der Natuur, Haarlem 1903. Zie Heinrich Kuhl en Johan van Hasselt op Wikipedia.
16.2 Der Wandervogel https://duitslandinstituut.nl/artikel/3758/der-wandervogel
16.3 Hij zou in zijn jeugd een publicatie schrijven over vleermuizen, waar hij toen hij nog pas 16 jaar oud was mee bezig was en Wolfgang von Goethe (1766-1832) hem op 28 juli 1814 tegenkwam. Dit was in de collectie van de man van wie Heinrich Kuhl zeer veel leerde, namelijk Johann Leisler (1771/1772 –1813). Goethe schreef in z'n dagboek zeer lovend over de jonge Heinrich Kuhl. In: Charles Klaver, 2007. Inseparable Friends in Life and Death: Heinrich Kuhl (1797 - 1821) and Johan Conrad Van Hasselt (1797 - 1823), Students of Prof. Theo Van Swinderen. Barkhuis, 1-105. (een klein deel van dit boek staat online).
16.4 In het de in 16.3 genoemde vleermuispublicatie uit 1817 beschreef de jonge Heinrich Kuhl voor Duitsland 7 nieuwe vleermuissoorten (voor Nederland 5, plus 1 toevallige gast die hij per ongeluk naar zichzelf noemde Pipistrellus kuhlii).
16.5 Lipke Holthuis, 1995. 1820 - 1958 : Rijksmuseum van Natuurlijke Historie https://www.repository.naturalis.nl/document/98177
16.6 Zie boek bij 16.3 en zie NRC https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=KBNRC01:000028599:mpeg21:a0182
16.7 Geldige nieuwe genera/ soorten/ondersoorten voor de wetenschap beschrijven: respectievelijk vleermuizen (0/7/0), overige zoogdieren (0/5/3), vogels (2/22/4), reptielen (3/9/2), amfibieën (3/1/0), vissen (9/9/0), inktvissen (0/2/0) en slakken (3/14/0). (16.4), maar ook planten (5/6/0) zie https://www.ipni.org/?q=name%20author%3Akuhl / https://www.ipni.org/?q=hasselt%20ex. en paddenstoelen (1,00).
16.8 Een leverabces wordt in de tropen vaak veroorzaakt wordt door een met een amoebe besmet drinken of eten, mocht hij in een betere conditie zijn geweest, dan had hij daarvan mogelijk kunnen herstellen. Twee dagen later overleed ook Gerrit Keultjes, de tekenaaar die met hun was meegegaan; zie A. M. Husson And L. B. Holthuis, 1955. The dates of publication of "Verhandelingen over de Natuurlijke Geschiedenis Der Nederlandsche Overzeesche Bezittingen " Edited by C. J . Temminck. Zoologische mededelingen 34(2): 17-24.
16.9 https://en.wikipedia.org/wiki/Kuhlhasseltia; zie verder voor de door hun verzamelde orchideeën: Heinrich Kuhl, Jacob van Breda & Johan van Hasselt, 1827. Genera et species orchidearum et asclepiadearum quas in itinere per insulam Java (boek met kleurenplaten).  


Gepubliceerde brief van 14 augustus 1821 in de Algemeenen Konst- en Letterbode van 1822, pagina 25. In het naschrift van Theo van Swinderen, hun voormalige professor uit Groningen, wordt het overlijden van Heinrich Kuhl gememoreerd; dit gebeurde namelijk precies een maand na het schrijven van de brief. Lees voor een 'f' vaak een 's' en dan is het goed te lezen.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

37. So Long, Farewell, Auf Wiedersehen, Goodbye

Foto 1: Kort verslag over de eerste excursie naar de Baest bij Oirschot die ik als proef lid meemaakte op 29 oktober 1972 in de Fragilaria e...