dinsdag 4 februari 2020

10. En wat werd er zo al gezongen en gedraaid



Mary Boetje van Ruyven (1930) noemt op het zomerkamp in 1922 voor het eerst in haar boek een liedje wat er op dat zomerkamp werd gezongen: ‘Als die Römer frech geworden’. Ze vond het zo doeltreffend omdat ook de jonge leden het refrein konden meezingen: 'toen zong iedereen mee' dus lang leve het groepsgevoel (10.1). Verder schreef ze: 'Het zingen is een voortdurend punt van aandacht in den bond. De meisjes kennen massa’s liedjes. Van de jongens zijn het Molle Eisma en Kossmann die de leiding geven'. Over het zingen op het zoka van 1926 bij Kotten schrijft ze ‘Carel [van Rijsinge] draagt heel mooi voor het lied van "de Roode Vlam" en van "de Olde Speulman". Dit zijn de lievelingsliedjes van dit kamp geworden.’ Op meerdere zoka’s van 1925 en later wordt verder het bondslied en de bakmarsch genoemd (10.2). Hoe dat laatste klonk als het uit volle borst wordt gezongen op een congres zo'n tien jaar later ga ik jullie later laten horen.

Van Nettie Westhoff de Joncheere (nu 101 jaar oud) kreeg ik onlangs een lijst met liedjes die in zangbundels voorkwamen eind jaren dertig jaren gemaild, waarin onder meer liedjes uit bijvoorbeeld Jan Pierewiet (uit 1933) staan (link naar haar lijst). Als enige van de hierboven genoemde liedjes kwam 'Als die Römer frech geworden’ nog in haar lijst voor. Zij kende dat liedje toen en anno nu nog steeds: ze zong het mij nog voor, toen ik laatst bij haar was. Opvallend aan de lijst van Nettie is dat een derde van de liedjes uit die tijd in het Duits waren en daarmee mogelijk deels terug te voeren op de Duitse Wandervögel.

In de jaren dertig werd de beerput vooral gebruikt om liedjes in te schrijven, terwijl in de jaren zeventig het door de BJN in Vlaanderen samengestelde ‘Barbertje’(10.3) de boventoon voerde. Daarin waren overigens (zoals in de inleiding ervan staat) ook liedjes uit NJN beerputten verwerkt. Maar als je in de lijst van Nettie eind jaren dertig kijkt is er nauwelijks een liedje uit die tijd die wij nog zongen (10.4). Toen ik eind 2019 Michiel Boonzaayer Flaes sprak was hij overigens uiterst verbaasd dat er niet zoiets als een 'NJN liedjes traditie' door de jaren heen bestond.

In de jaren zestig werd iemand  die Bob Dylan op het podium van het congres speelde weggefloten (10.5). Maar tien jaren later (eind jaren zeventig) waren liedjes van hem juist erg geliefd. Cassettebandjes waren eind jaren zeventig in sommige districten op kampjes volstrekt ongewenst (om naar te luisteren, om mee te zingen of om op te hupsen) terwijl andere distriktskampen niet zonder konden. Elektronica werd op congressen echter in die jaren steeds belangrijker. Onderstaande foto mag ervan getuigen dat de eerste swingende dans moves op een congres hoogstwaarschijnlijk in 1979 plaatsvonden (10.6).

Tot slot: hoe muziek en sfeer in 1981 klonk op kampen van Dee 7 en 8 heeft Ed Romeijn voor ons vastgelegd en dat is hier te beluisteren.

Opmerkingen
10.1 Mary Boetje van Ruyven (1930) p. 16. De pdf van dit boek is nu hier te vinden en nu digitaal doorzoekbaar. Verder: dit lied stamde uit 1848 en was een parodie over de slag tussen de Romeinen en de Germanen in het Teutoburgerwoud.
10.2 Volg deze link om mee te zingen (klik op de notenbalk voor de wijs)
10.3 Belgische Jeugdbond voor Natuurstudie, eerste uitgave november 1970.
10.4 link naar bovenstaande lijst waarin in kleur aangeven welke liedjes wij ook nog zongen. Nettie
mailde me daarop: 'Leuk om jouw reactie op de lijst te bekijken, war verandert het snel'.
10.5 Rijsdijk, 1967 in Marga Coesèl, 1997 p. 12810.6 Foto van de fotodienst van het Congres 1979, met oa. rechts op de tafel Fred Hage en Irene Stengs op de rug gekeken.
Congres 1979 te Apeldoorn: de eerste keer dat er zo pontificaal geswingd werd op de HB-tafel.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

37. So Long, Farewell, Auf Wiedersehen, Goodbye

Foto 1: Kort verslag over de eerste excursie naar de Baest bij Oirschot die ik als proef lid meemaakte op 29 oktober 1972 in de Fragilaria e...